Betekenis naam: Het woord reptiel komt van Latijnse reptilia, dat ‘kruipende dieren’ betekent. Reptilia is gebaseerd op het werkwoord repere dat ‘kruipen’ betekent. Het woord schub geeft hier aan dat het alle reptielen met duidelijke schubben betreft. De wetenschappelijke naam squamata is het meervoud van het Latijnse squamatus, dat ‘geschubd, met schubben’ betekent.
De schubreptielen vormen een dierenorde, waartoe alle slangen en hagedissen behoren. Groepen als de krokodillen, schildpadden en ook de brughagedissen hebben zich al eerder afgesplitst.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Nieuwmondigen – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Viervoeters – Reptiliomorpha – Amniota – Sauropsida – Reptielen – Eureptilia – Romeriida – Diapsida – Neodiapsida – Sauria – Lepidosauromorpha – Lepidosauria –
Schubreptielen (Squamata)
- Bifurcata
- Unidentata
- Episquamata
- Toxicofera
- Anguimorpha
- Iguanomorpha
- Ophidia
- Slangen (Serpentes)
- Toxicofera
- Scinciformata
- Scincomorpha
- Episquamata
- Unidentata



