Betekenis naam: De naam fagales is afgeleid van het geslacht Fagus, de beuk. Fagus komt van het Griekse phegos of fago, waarmee een boom met ronde eetbare vruchten werd aangeduid. Nu zijn niet alle vruchten uit deze grote groep eetbaar, maar veel wel.
Plantenorde met voornamelijk bomen: waaronder eiken, beuken, berken en walnoten.
Eukaryoten – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Fabiden – Stikstofbindende clade
Fagales
- Berkenfamilie (Betulaceae)
- Betuloideae
- Els (Alnus)
- Berk (Betula)
- Betula subg. Betula
- Betula subg. Betulenta
- Coryloideae
- Carpinus
- Betuloideae
- Napjesdragersfamilie (Fagaceae)
- Fagoideae
- Quercoideae
- Kastanje (Castanea)
- Eik (Quercus)
- Quercus subg. Quercus
- Quercus sect. Cerris
- Quercus sect. Quercus
- Quercus subg. Quercus
- Okkernootfamilie (Juglandaceae)
- Juglandoideae
- Juglandeae
- Caryinae
- Juglandinae
- Walnoot (Juglans)
- Vleugelnoot (Pterocarya)
- Juglandeae
- Juglandoideae










