Heidefamilie

Betekenis naam: Het woord heide voert terug op het Proto-Germaanse *haiþjō-, dat ‘onbebouwde of onbewerkte grond’ betekende. Heide groeit goed om arme onbebouwde grond, en kan overdrachtelijk dezelfde naam hebben gekregen. Ericaceae is vernoemd naar het geslacht Erica (dophei). Het is de Latijnse naam voor ‘heide’, afkomstig van het Griekse erī́kē, dat waarschijnlijk wortels heeft buiten de Indo-Europese taalfamilie.

De heidefamilie omvat zo’n 4250 soorten en heeft een wereldwijde verspreiding. Veel soorten zijn struikvormige, houtige planten, maar sommige zijn kruidachtig. Bekende planten in Nederland zijn de diverse heidesoorten en bosbessen. In tuinen en parken vinden we de rododendron.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superasteriden – Asteriden – Ericales – Ericoiden

Heidefamilie (Ericaceae)

Ericoideae
- Ericeae
  - Calluna
    - Struikhei (Calluna vulgaris)
  - Dophei (Erica)
    - Gewone dophei (Erica tetralix)
- Rhodoreae
  - Rhododendron
    - Rhododendron subg. Hymenanthes
      - sect. Pentanthera
        
        Rhododendron calendulaceum
    - Rhododendron subg. Rhododendron
      - sect. Rhododendron
        
        subsect. Heliolepida
        
        Rhododendron heliolepis
Vaccinioideae
- Vaccinieae
  - Bosbes (Vaccinium)
    - Vaccinium subg. Vaccinium
      - Vaccinium sect. Cyanococcus
        
        Blauwe bes (Vaccinium corymbosum)